Pesten op de werkplek? Een geaccepteerd fenomeen?
Geïnspireerd door een column uit 2014.
Komt het nog voor, het punaises op de stoel leggen, het kabeltjes uit de computer halen, het ‘o jee, helemaal vergeten door te geven dat je bij de directeur moest komen’, het net elke keer overslaan bij het koffiehalen? Die plagerijtjes? Die geintjes? Die onschuldige grapjes? Je kent ze nog wel van ‘The Office’, ‘Toren C’ en van ‘Debiteuren, Crediteuren’.
Het kunnen grapjes zijn, maar zoals zoveel is het context-afhankelijk. Plagen hoort erbij, in een familie-omgeving, onder vrienden, soms ook op het werk. Plagen is het zoeken van grenzen bij elkaar, maar wel in veiligheid. In een onveilige omgeving verworden onschuldige plagerijtjes snel tot pesten, soms zelfs zonder dat de betrokkenen (op in ieder geval één na) zich ervan bewust zijn.
Pesten is vooral bekend van scholen, waar pesters en gepesten wel gekend worden. Afwijkend gedrag of uiterlijk kan een reden tot pesten zijn, zeker als diegenen niet voor zichzelf op kunnen of willen komen. Veel intens leed kan worden bespaard door het goed toepassen van pestprotocollen, op de meeste scholen wel aanwezig. Maar zo’n protocol is niet zaligmakend. Bij pesten zijn meer mensen betrokken dan de pester en de gepeste. Het heeft ook te maken met de docent in de klas, met het team, de directie, maar ook met de rest van de leerlingen. Hoe reageren zij op pestgedrag (of juist niet)? Hoe zit het met de sfeer in de klas, de (sociale) veiligheid op school?
Binnen scholen is het geaccepteerd dat er gepest wordt, want er is beleid op gemaakt (om het te voorkomen en eventueel te genezen). De MR ziet, als het goed is, hier ook op toe.
Hoe staat het op jouw werkplek, jouw organisatie? Wordt er bij jullie gepest, of heb je dat sinds je eigen schooltijd niet meer meegemaakt? Heb je het er wel eens over met je collega’s, of zijn het bij jullie ook alleen maar geintjes, waar je tegen moet kunnen?
Kijk eens op internet onder ‘Sociale veiligheid op het werk’ en vergelijk het met jullie organisatie. Volgens mij is het net als met verslavingen: pas als je onder ogen ziet dat het er is kun je er wat aan gaan doen.
Toch nog een voornemen voor de OR-agenda van 2014?
Het bovenstaande schreef ik 9 jaar geleden, voor een column in een OR-nieuwsbrief. Inmiddels is #MeToo langsgekomen en stond vorig jaar #grensoverschrijdendgedrag regelmatig in de aandacht. De samenleving polariseert, zo voelen we het (hoewel de wetenschap dat nog niet altijd zo ziet, kwestie van definities?). Er is een grote oorlog in Europa, in onze eigen invloedssfeer.
Hoe zal het in 2023 gaan. Kunnen we ons veiliger voelen in onze directe leefomgeving: gezin, school, werk, wijk? Gaan we het aandurven om het uit te spreken als onze sociale veiligheid in het geding is, als er geplaagd of gepest wordt? Als grenzen worden overschreden, ook als de grenzen wat onduidelijk zijn, omdat gedragsgrenzen niet vast liggen, een ieder ze anders ervaart?
Nog steeds denk ik dat de medezeggenschap hier een grote rol in kan spelen. Terugkijkend op de laatste 9 jaar heb ik dit echter maar weinig op de agenda van OR-en zien staan. Ik neem mij ieder geval voor om hier dit jaar iets mee te gaan doen. Jij ook?